Accu
Accu's
Installatie in een vaartuig
Voor het overige dient bij de installatie van een accu de juiste volgorde in acht te worden genomen.
1 Neem kennis van de veiligheidsvoorschriften
2 Schakel alle gebruikers uit en neem de contactsleutel uit het slot
3 Maak eerst de negatieve kabel los ter voorkoming van kortsluiting
4 Vervolgens de positieve kabel losmaken
5 Maak nieuwe accu, bak en aansluitingen grondig schoon
6 Aansluitingen en polen licht insmeren met zuurvrije vaseline
7 Plaats de nieuwe batterij en overtuig u van de juiste poolstand: pluspool komt overeen met
positieve kabelklem
8 Sluit de kabels in omgekeerde volgorde aan: dus eerst de positieve aansluiting, daarna de
negatieve. Draai de klemmen stevig maar niet overdreven aan.
9 Bij motorrijwielen: bevestig eventuele gasafvoerslang, er daarbij voor zorgend dat op
ca 3cm van ieder einde een sneetje in de slang is aangebracht. Bij eventuele verstopping
of beknelling van de slang zal dit als overdrukventiel werken.
10 Zorg dat de accu goed is vastgezet en controleer waar mogelijk het electrolytniveau.
Neem nooit, terwijl de motor loopt, een van de batterijklemmen los. De dynamo levert doorgaans een veel hogere spanning dan de batterijspanning en daardoor kan de systeemspanning veel hoger worden als de batterij ontkoppeld wordt. De accu zorgt er n.l. voor dat de systeem-spanning niet boven een ontoelaatbare waarde uitkomt. Neemt men tijdens een draaiende motor een van de accuklemmen los, dan kan dat totale vernieling van het elektrische systeem betekenen.
Installatie van verzorgings accu's (paralel)
Bij een parallelschakeling zijn van meerdere accu's de positieve polen met elkaar doorverbonden evenals de negatieve polen. Zo verdubbelt de capaciteit van de accuset, terwijl de nominale spanning van het systeem gelijk blijft. Het parallelschakelen van teee 12V 180Ah accu's levert dus een batterij op van 12V 360Ah.
Met het maken van een parallelschakeling dient echter opgepast te worden. Bij een parallelschakeling wordt de stroom over de beide takken verdeeld en is de stroomsterkte afhankelijk van de interne weerstand van de accu’s. Als parallelgeschakelde accu’s in de geringste mate in capaciteit verschillen of in leeftijd verschillen is de basis gelegd voor een spoedige terugkeer naar uw acculeverancier. Accu’s met verschillende capaciteiten hebben in een parallelschakeling nooit dezelfde ladingstoestand. Bij het ontlade krijgt de accu met de laagste weerstand alle stroom en wordt overladen. De andere accu krijgt geen stroom en gaat sulfateren. Het resultaat is een kapotte set.
Bij het ontladen is steeds de zwakste accu eerder leeg dan de andere en dus dieper ontladen waardoor de onderlinge verschillen steeds groter worden. Toepassing van een diodebrug of scheidingsrelais voorkomt beïnvloeding van accu's onderling.Belangrijk in een parallelschakeling is ook dat alle doorverbinders lang zijn en dik zijn. Verschil in lengte of dikte betekent verschil in weerstand en dat zou betekenen dat bij verschillen in bekabeling de accu aan het einde van de streng te weinig lading krijgt, terwijl de accu aan het begin wordt overladen.
Installatie van verzorgings accu's (serie-paralel)
Hier worden zowel de spanning als de capaciteit van het systeem verhoogd. Voor deze schakeling geldt dat zij alle nadelen van serie- en parallelschakeling in zich verenigt. Wie toch niet anders wil of kan dient erop te letten dat alle accu's van gelijk merk en type, maar liefst ook nog van productieserie dienen te zijn. En ook met de bekabeling dienen dezelfde voorzorgen te worden genomen. Alle verbindingskabels (behalve de compensatiekabel) dienen van dezelfde dikte en lengte te zijn. Belangrijk is dat de eindaansluitingen niet bij elkaar zitten maar één bij de voorste en één bij de achterste accu. Een vaak over het hoofd gezien onderdeel in de serie-parallelschakeling is de compensatiekabel. Deze wordt tussen de batterijen geplaatst en zorgt ervoor dat spanningsverschillen tussen de strengen worden opgeheven. Op schema's staat deze kabel vaan in het midden van de verbinding getekend. In de praktijk loopt de kabel over de min- of pluspolen.
Onderhoud
De aanduiding 'onderhoudsvrij' kan tot misverstanden leiden. Het betekent niet dat de accu niet behoeft te worden gecontroleerd op ladingstoestand of te worden gereinigd. Men doelt dan uitsluitend op het watergebruik. De term wordt ook gebruikt voor standaard loodantimoon accu's. Men spreekt dan van onderhoudsvrij volgens DIN norm 43539/2 - maar dat betekent eigenlijk onderhoudsarm, want bij normaal gebruik moet toch minstens één keer per jaar het electrolyt te worden bijgevuld. De moderne, gesloten accu's zoals VMF GREEN SYSTEM, hebben een zodanig laag watergebruik dat gedurende de gehele technische levensduur bijvullen overbodig is. Deze accu's hebben dan ook geen vulopeningen. Voor alle andere accu’s geldt dus: regelmatig elektrolytniveau controleren en zonodig aanvullen tot ca 10 à 15 mm boven de platen. Vooral bij hoge temperaturen is enig waterverbruik normaal. Bij extreem verbruik dient de regelspanning van de dynamo te worden gecontroleerd. Als de accu ook lading behoeft, altijd eerst laden, en dan pas bijvullen.
Vocht en verontreiniging kunnen lekstromen veroorzaken en daarmee voortijdige uitputting van de accu bewerkstelligen.
Aansluitingen regelmatig controleren op loszitten en zonodig vastzetten.
Navullen uitsluitend met gedemineraliseerd water – nooit met zuur!
Specificaties en tips over gebruik van accu's
Bij het gebruik van electrische buitenboordmotoren is de keuze van de accu een belangrijk onderdeel. Veel mensen onderschatten het belang van de accu. Een minder goede accu zal snel minder gaan presteren resulterend in slechtere prestaties van de buitenboordmotor. De elektromotor is niets anders dan een middel die de stroom van de accu omzet in stuwkracht. Minder stroom zal per definitie minder stuwkracht inhouden.
Allereerst moet er onderscheid gemaakt worden tussen deep-cycle en strart accu's. Een deep-cycle accu is bedoeld om tot 80% ontladen te worden. Een startaccu is bedoeld om kortstondig een hoog amperage te leveren en wordt over het algemeen niet verder dan 20% ontladen en is derhalve ook niet ontworpen om tegen een diepe ontlading te kunnen. Bij het ontladen van een accu wordt het zuur zuurder en een accu heeft maar tegen een bepaalde zuurtegraad weerstand (zuurresistentie). Bevindt een accu zich in een diepere ontlading dan worden de platen door het zuur aangetast. Factoren die hierin meespelen zijn de mate van ontlading, de tijdsduur waarin de accu zich in ontladen toestand bevindt en de zuur-resistentie van de accu. Verhalen dat het goed is om lood-antimoon of lood-calcium accu's (alleen VMF en Delphi accu's) af en toe eens helemaal te ontladen worden hiermee dus naar het rijk de fabelen verwezen. DIT SLOOPT DE ACCU !!
Een gewone startaccu van goede kwaliteit zal wanneer hij op een juiste manier wordt geladen en onderhouden zo'n 100 ontladingen tot 60% meegaan, een heavy-duty accu zal zo'n 200 ontladingen tot 60% meegaan maar mogen absoluut niet in deze ontladingstoestand worden opgeslagen omdat zij over het algemeen maar een zuurresistentie hebben tegen een zuurtegraad die bij een ontlading van 40% optreedt !! Een semitractieaccu daarentegen levert minimaal 400 ontladingen TOT 80% !!. Vol-tractie accu's kunnen zo'n 800 ontladingen aan maar zijn prijstechnisch niet interressant voor de gemiddelde hobby-gebruiker. Temeer daar om dit aantal ontladingen te kunnen halen een technologie benodigd is die weer heel speciale acculaders vereist. Doorgaans zal een vol-tractie accu (en ook de meeste semi-tractie accu's) wanneer deze steeds met een 'gewone' acculader wordt bijgeladen veel minder (misschien maar een kwart) van de opgegeven cycles halen!
Een semi-tractie accu is per definitie een semitractieaccu en moet (om zich zo te mogen noemen) minimaal 400 ontladingen tot 80% van de opgegeven capaciteit kunnen leveren. De opgegeven capaciteit in Ampere/uur is de theoretische capaciteit die een accu kan leveren onder vastgestelde omstandigheden bij een opgegeven gebruik. De belangrijkste hiervan zijn de temperatuur, 21 graden celcius, en een ontlading die zodanig is dat 80% ontlading pas na 20 uur wordt bereikt. Een accu wordt als "leeg" beschouwd wanneer hij niet meer dan 80% van het opgegeven voltage kan leveren onder bedrijf. Dus is het verbruiksvoltage 12 Volt dan wordt de accu als leeg beschouwd wanneer het voltage onder de 9,6 volt komt terwijl hij stroom levert.
De opgegeven capaciteit van accu's (bijvoorbeeld 75-90 Ampere uur) is de maximale stroom die ontrokken kan worden bij een constante ontlading bij 5 uur (de laagste waarde, hier dus 75 Amp-uur) respectievelijk bij een ontlading over 20 uur (hier dus 90 Amp-uur). U ziet dus dat wanneer men op een hoge snelheid vaart,en men de accu in een korte tijd leegtrekt, men minder stroom uit de accu kan trekken dan wanneer men langzaam vaart (zoals bij het slepen met kunstaas). Dit verschil komt doordat de accu warmer wordt na mate hij meer stroom (Ampere) moet leveren. Deze warmte kost energie en is verlies.
Nog meer van belang dan de opgegeven Amp./uur is de zogenaamde reservecapacity, als RC aangegeven. Dit is het aantal minuten dat een accu een stroom kan leveren van 25 Ampere terwijl het belastte voltage boven de 10,5 volt ligt. De reserve capacity is dus echt een indicatie hoe lang u met een accu kunt varen.
Andere termen die men op een accu aantreft zijn CCA en MCA.
CCA staat voor Cold Cranking Amps en is het amperage dat een accu 30 seconden kan leveren bij 0 graden Farenheit (= -18 graden Celcius) terwijl het belastte voltage boven de 9,6 Volt blijft. Dit zijn doorgaans hoge amperages en zijn voor belang om te bepalen of een accu sterk genoeg is om als start accu te dienen voor allerlei voertuigen.
MCA staat voor Marine Cranking Amps en is het amperage dat een accu 30 seconden kan leveren bij 0 graden Celcius terwijl het belastte voltage boven de 9,6 Volt blijft. Deze waarde is van belang om te bepalen of een bepaalde accu geschikt ia als startaccu voor vooal watersport doeleinden.
Ook kan d.m.v. een eenvoudige zuurmeter de laadconditie van een (lood) accu worden gemeten. Bij een geladen accu is het soortelijkgewicht van het zuur hoger dan bij een ontladen of lege accu. Indicatief geldt dat wanneer de waarde van de zuurgraad 1,28 is, de accu geladen is. Bij een waarde van 1,21 is de accu half geladen. Bij een waarde van 1,14 is de accu leeg.
Wanneer u een accu heeft van 90 Amp/uur en men vaart met een motor die constant 30 Ampere trekt, is het dus zeker NIET zo dat men met deze accu 3 uur kan varen. Ga ervan uit dat 20% van de capaciteit niet gebruikt mag worden, dan is er maar 60 Amp/uur te besteden (niet 80% van 90 maar 80% van 75 Amp/uur wat de capaciteit is bij 5 urige ontlading).
Loodaccu's die steeds tot hetzelfde niveau worden ontladen bouwen daar een soort weerstandslaag op die ontlading tot voorbij dat punt tegenhouden. De capaciteit van de accu neemt dus eigenlijk af. Deze weerstandslaag is 'te kraken' door de accu te laden met lader die voldoende laadcapaciteit heeft. Daarom bevelen wij aan om niet met een te lichte lader te laden. Wanneer u de accu vaak gebruikt verdient een iets duurdere lader zich zeker terug.
Verder is het van belang dat men meteen na het varen de accu herlaadt om kristalvorming (het zogenaamde sulfatering) op de platen te voorkomen. Wacht dus niet 'tot volgende week' want met zo'n gewoonte zal de capaciteit van de accu snel gereduceerd worden.
Vanzelfsprekend dient men het zuurniveau boven het minimum te houden en eventueel bij te vullen met gedestilleerd of gedeminiraliseerd water.
Voor electrisch varen worden meestal accu's gebruikt van ca 100 Ampere/uur. Het meest gebruikt is de Delphi Voyager (voorheen AC-Delco). Andere merken die men veel tegen komt en heschikt zijn zijn vooral Varta, Centurion, US-Batteries, Stowaway, GNB, Wilco en VMF.
De Delphi en VMF-accu's zijn lood-calcium accu's. De andere alle lood-antimoon. (Wilco verkoopt ook VMF-accu's under eigen naam, dit zijn dus ook Pb-Ca accu's). De lood-antimoon accu's hebben altijd onderhoud nodig. Laat je niets op de mouw spelden, ze verbuiken water en hebben een zelfontading van gemiddels 20% per maand (afhankelijk van de temperatuur).
Een Lood-Calcium accu heeft een te verwaarlozen waterverbruik. Ze zijn daarom ook dicht. Je kunt niet eens water bijvullen. Lekken ook niet en zijn vaak voorzien van een laadconditie-indicator, het z.g. oog. Deze accu's hebben een zelfontlading van ca 25% PER JAAR !!!
Met dit in het achterhoofd, een overjarige lood-antomoon accu is waardeloos tenzij regelmatig bijgeladen of aan een druppellader bijgehouden. Een lood-calcium accu van een jaar oud is vrijwel altijd nog in prima conditie.
Als laatste ga ik nog heel even in op Gel-accu's. Gel-accu's zijn goede all-round accu's die voor hun gewicht en afmetingen een zeer hoog startvermogen kunnen leveren en relatief ver ontladen mogen worden. Ze hebben altijd een z.g. I-U-I lader nodig om goed te kunnen presteren. Dit alles meegenomen zijn ze minder geschikt om als voeding voor een elektromotor te dienen.
Tot nu toe zijn met lood-antimoon accu's de hoogste cycleaantallen gehaald. Echter alleen hele zware gebruikers halen de voordelen eruit. Daarom is voor de meeste vissers (die minder dan ca 60 keer per jaar vissen) een lood-calcium accu de beste keus. Dit is geen reclame maar mijn oprechte advies!.